Donderdag 6 januari
7 uur klaarwakker. Prima geslapen, maar het Leidsche ritme krijg ik hier nog niet te pakken, misschien maar beter ook… Voor vandaag nog niet echt plannen gemaakt. Ik besluit de vakkengids door te werken op zoek naar de vakken die goed op elkaar aansluiten en leuk genoeg lijken om te volgen. Aangezien ik mijn leven aan het beteren ben kies ik voor de systematische aanpak. Beginnen bij pagina 1 dus. Wat volgt is een tamelijk ingewikkelde beschrijving van het tuiton en fees systeem. Vooral het stuk over vrijstellingen is interessant. Kinderen van vermiste-oorlogsveteranen-prisoners-of-war zijn voor veel dingen vrijgesteld. Ook vermisten of gegijzelden zijn niet verplicht de verschillende fees te betalen.
Waar worden die fees voor gebruikt? Onder andere voor de medical services, information technology en de library. Verder wordt het geld gebruikt om een standbeeld op te richten voor Barbara Jordan en César Chavez én voor de renovatie van het Gymnasium van Gregory. Wie kent ze niet…
Ik laat de systematische aanpak voor wat het is en val terug op de oude bladeren-en-we-zien-wel-waar-we-uit-komen-taktiek. En dat werkt.
Luke the Limp Cat komt ook weer even om het hoekje kijken. Aangezien ik dat wel kan waarderen besluit ik vriendjes te worden met Luke.
Met een propje papier trek ik zijn aandacht. Luke kijkt met zijn kop op de geknakte voorpoot aandachtig toe. Na wat heen en weer geschuif met het propje besluit ik Luke te laten deelnemen in het spel.
Voorzichtig gooi ik het propje naar hem toe. Luke bekijkt het propje papier aandachtig maar doet er verder niets mee. Ik besluit de stoute schoenen aan te trekken en raak hem vol op z’n kop. Luke heeft het met me gehad en is duidelijk not amused. Later op de dag steekt ie toch weer even de kop onder m’n bed. Zal het ooit goed komen tussen Luke en mij?
Omdat de koffer nog steeds door een zekere vliegmaatschappij kwijt is gemaakt (British Airways Plc, Waterside, PO Box 365, Harmondsworth UB70 GB) en Rogier en Maartje ook nog wat dingen nodig hebben besluiten we s’middags naar de Mall te gaan. Deze keer niet de Highland Mall maar een andere Mall (Bartok Mall of iets dergelijks, qua oppervlakte ongeveer vier keer de Benelux en daarmee de grootste Mall van Austin).
Goed geslaagd, 3 boxers voor 20$, een Adidas capuchon trui voor 20$ (!) en twee handdoeken voor 6$.
Een Mall gevuld met Amerikanen is een aparte belevenis. Veel Amerikanen lopen hier op witte sportschoenen om de grote afstanden wat makkelijker te kunnen overbruggen. Overal ligt hoogpolig tapijt. In tegenstelling tot de wrede koude buitenwereld heb je binnen de veilige muren van de Mall geen warme jassen nodig. Daar kwamen wij echter wat laat achter tot groot vermaak van wat winkelpersoneel.
Door de Mall bewegen zich kleine groepjes en in sportkleding gestoken senioren. Deze senioren lopen op snelwandeldraf en onder toeziend oog van de Mallsheriff hun rondjes.
Af en toe verscheurt Maartje de vredige rust van de Mall met één van de volgende kreten; Ik heb honger, Kunnen we niet ergens koffie halen en Ik heb nu echt koffie nodig… Dit zijn rituele kreten die zich inmiddels dagelijks herhalen.
Maartje en ik vragen ons af wat we moeten met de vraag die ons bij het binnengaan van elke winkel wordt gesteld: hello, how are you. We zijn er nog steeds niet uit.
Als je een Amerikaan wil neten dan is het leuk om te beginnen over de zwakke koers van de dollar. Amerikanen beschouwen dit echt als een nederlaag. Om ons vervolgens keihard terug te pakken doen ze net of we nergens kunnen pinnen. Een winkelier beweerde zelfs dat Amerika nog niet de technologische kennis had om het pinnen in te voeren. We worden dus vrijwel overal gedwongen in cash of met de creditcard te betalen. Rogier geeft toe aan zijn sneaker fetisjisme en koopt een paar Diesel sneakers voor 60$
Als we de Mall uitkomen begint het inmiddels al donker te worden. We pakken de bus 30 richting 21st street.
“Hi Bro, howaya” en “Hi Chief” zijn de woorden waarmee de chauffeur, type chef uit Southpark, elke onderscheid naar rang, stand en huidskleur doet oplossen.
S’avonds gaan we naar Ruby’s BBQ (http://www.rubysbbq.net/) erg lekker eten (gerookt vlees) voor een goede prijs (maaltijd + drank 13$). Rogier neemt de dagspecial. Hij krijgt welgeteld één rack spareribs op z’n bord. Neem de gemiddelde sparerib in Nederland en vermenigvuldig dit met factor 20, dat is wat op het bord van Rogier ligt. We vragen ons af hoe groot de koeien in Texas wel niet moeten zijn. We raken aan de praat met een wat oudere Amerikaanse dame met vier zoons (3 advocaat) en een waarschijnlijk dode man. Ze geeft ons wat tips voor leuke bezienswaardigheden en buitenzwembaden. Ze vraagt ook nog wat we van Bush vinden. Ik zeg dat de meeste Nederlanders Bush vooral dom vinden. Ze is het met me eens.
Thuisgekomen weblog bijwerken en slapen, morgen weer vroeg op.