Vandaag een duffe studiedag. Veel gelezen en weinig andere dingen gedaan.
Om nog even het stuk van gister iets te nuanceren. Een van de betere kranten is de New York Times. Veel buitenlands nieuws en een aantal goede opinie stukken. Een van de opvallende dingen in de kranten zijn de overlijdensadvertenties. Vaak wordt behalve de personalia van de overledene een compleet verslag gegeven van zijn of haar levensloop. Interessant om te lezen, hoe bizar dat ook mogen klinken.
De New York Times vermeld iedere dag een aantal namen van Amerikaanse soldaten.
De jongen die vandaag in het rijtje stonden waren 18,19, 22 en 24 jaar oud. Leeftijdsgenoten dus. Leeftijdsgenoten die gestorven zijn voor hun vaderland in een oorlog waar veel Amerikanen niet achter staan. Leeftijdsgenoten die kozen voor het leger voor een studiebeurs, voor geld om een toekomst op te kunnen bouwen. Leeftijdsgenoten die daadwerkelijk op zoek waren naar een toekomst, Leeftijdsgenoten die open stonden voor de beloftes van het leger. Weg van werkeloosheid, slechte sociale voorzieningen, discriminatie en minimumlonen van 2,70 dollar.
Leeftijdsgenoten die uiteindelijk niets dan de dood vonden, niet alleen de dood van anderen maar ook hun eigen dood.
“So if you were looking for a job in the area, there weren’t many chances. At that point in my life, someone comes up and says ‘I’m going to give you full health insurance, a roof over your head, three square meals a day, you get to travel the world and on top of that, you get to defend your country,’ I mean it sounds like a really good idea.”
Bron: volg link. Mike Hoffman , Iraq Veterans Against War
Zie ook: